Samen met de uitkijk zoekt de schipper behoedzaam naar een geschikte plek voor de DiDiZ om - uiteraard - buiten de vaargeul ten anker te gaan. De locatie is ter hoogte van IJburg aan het IJmeer. Vanaf deze locatie heb je namelijk een werkelijk schitterend uitzicht op IJburg en Amsterdam.
Hier zeilt de DiDiZ bij IJsland van Reykjavik naar Keflavik (Reykjanesbær). Goed te zien is hoeveel zeil het schip heeft. Vooral “de Aap”, het zeil tussen de top van de bezaan en de hoofdmast. De romp is nu donkerblauw en heeft de DiDiZ inmiddels nieuwe masten.
Hier wordt een impressie gegeven van het lijnenspel van de bezaansmast en verstaging. De witte dome van de radarreflector en daarboven het witte huis van de radarantenne zijn goed zichtbaar. Goed zichtbaar is de huls om het onderwant. Het beschermt de grootschoot tegen het schavielen.
Er is zijn twee aparte tweepersoonshutten en een ruime salon beschikbaar. Daar achter is aan bakboord de kombuis en aan stuurboord de kaartentafel met de navigatieapparatuur. Onder de kuip is de motorkamer met, aan stuurboord, twee loodskooien en aan bakboord de sanitaire ruimte.
Na bijna een week zeilen op de Noordzee, is de DiDiZ weer op de terugweg. Door de harde wind (7 Bf) was het in dit geval veiliger om de, zogenaamde, “staande mast route” door Nederland te nemen. Dat betekent meteen ook een spectaculaire nachtelijke tocht dwars door een verlaten Amsterdam.
De bemanning is bezig om de zeilen weg te halen. Natuurlijk dient de veiligheid gewaarborgd te zijn. In sommige havens is het niet toegestaan om onder zeil binnen te lopen. Dan moet op de motor worden overgeschakeld. Als de omstandigheden gunstig zijn, is het leerzaam om lang mogelijk onder zeil te blijven.
Voor het vertrek en tijdens de vaart is consumptie van alcoholhoudende dranken niet toegestaan. Na aankomst in een haven wordt de DiDiZ aan de voor- en achterzijde met lijnen vastgemaakt op een ligplaats. Er wordt dan geproost op de goed verlopen tocht. Dat wordt door de schipper een “Voor en Achter” genoemd.